20 juni 2014

Arbitrage

Ik werd getriggerd door een post van Frans de Haas op Facebook over de arbitrage tijdens het wereldkampioenschap voetbal.

Hierin trekt Frans de conclusie dat het slecht gesteld is met de arbitrage op het wk voetbal. Die conclusie is dan wel juist. Aan de argumentatie schort echter wel wat.

Frans gaat in zijn betoog uit van goede en verkeerde beslissingen van de scheidsrechter. Daarmee wordt een waardeoordeel aan de beslissing gegeven. En dat is niet terecht.

Het is namelijk zo dat een goede of foute beslissing door een scheidsrechter tegenwoordig bijna niet meer genomen kan worden. Er is in het voetbal slechts een aantal beslissingen die je feitelijk kan nemen, dus op basis van lijnen in het veld. Doelpunt, achterbal, corner, inworp.

De rest van de beslissingen berust  puur op het interpreteren van de regels door de leidsman. De interpretatie van de regels door de heren scheidsrechters is dus belangrijk voor het verloop van de wedstrijd. Nog belangrijker is dat de interpretatie van de regels consequent wordt uitgevoerd. Een scheidsrechter moet de regels gedurende en wedstrijd op dezelfde manier interpreteren en dus op dezelfde consequente manier fluiten. Met andere worden, de scheidsrechter beoordeelt eenzelfde situatie eerder en later in de wedstrijd gelijk, onafhankelijk van welke partij de situatie veroorzaakt.

Een volgende stap is dat dat dan niet alleen binnen één wedstrijd gedaan wordt, maar gedurende het hele toernooi consequent gebeurd. Dus fluit een scheidsrechter consequent binnen één wedstrijd én gedurende het hele toernooi.

Vervolgens is er nog de afstemming onderling tussen de scheidsrechters. Fluiten Kuipers, Webb, Razzolli etcetera allemaal hetzelfde, op dezelfde manier. Geven ze dezelfde interpretatie aan een situatie. Het blijkt dat die laatste component het lastigste is. Vele scheidsrechters uit vele landen, met verschillende culturen. Die laat je niet even allemaal op dezelfde manier fluiten. Verder merk ik dat ook bij Frans duidelijk is geworden dat bepaalde scheidsrechters altijd op dezelfde manier fluiten. Bijvoorbeeld de Engelsman Webb, die "altijd een saaie wedstrijd fluit met irritante beslissingen". Webb fluit dus wel constant over meerdere wedstrijden. Binnen een wedstirjd weet je echter niet wat je aan hem hebt: Webb geeft niet in dezelfde soort situaties dezelfde beoordeling en dat leidt tot frustratie bij de spelers.

Conclusie is dus dat er bijna geen goede of slechte beslissingen zijn, maar dat het gaat om een zo consequent mogelijke interpretatie van de regels door alle scheidsrechters gedurende het hele toernooi.

Geen opmerkingen: